Captain Fisherman’sPants en Freek

Niet alleen presenteer ik maar selecteer ik ook regelmatig plaatjes en dan maak ik wel eens wat mee.
Wat ik meemaak probeer ik dan te vangen in een sfeerbeeld zodat je kunt meegenieten en je er toch een beetje bij bent 😉

En toen was ik dus in het Vondelpark Openluchttheater en draaide m’n plaatjes en dat was leuk want het is er altijd gezellig en de mensen achter de schermen zijn heel
erg leuk en lief en attent en er kwamen veel vrienden langs waar ik veel te kort mee heb gesproken omdat ik dan geconcentreerd aan het werk ben en terwijl ik mijn muziek mixte waren er mensen die drankjes dronken, zittend aan terrastafels, maar er waren ook mensen die dansend voor m’n kraampje langskwamen met in de ene hand een halve
liter bier en in de andere een hele dikke joint en ik kreeg van hen in het voorbij dansen een stomp met een vuist tegen de mijne, omdat zij mijn muziek ‘fokking lekker’ vonden en van de mensen die zaten kreeg ik hun vrolijkste zonnige glimlach en hun hoofdschudden op de beat van de muziek en toen was het opeens klaar want de volgende artiest moest gaan soundchecken en de zon scheen lekker en ik zag Freek de Jonge binnenkomen met z’n vrouw Hella die heel lief lachte en toen kreeg ik een hamburger om te eten en ging ik even apart zitten want Freek ging ook een hamburger eten want hij zou optreden vanavond en ik geneerde me om aan zijn tafeltje te gaan zitten want ja Freek de Jonge, weet je wel, en toen was de hamburger op en ging ik bijna weg en zei ik vriendelijk maar voorzichtig gedag aan zijn band en z’n vrouw Hella en aan hem en hij was in gesprek over het optreden en hij was wat stug maar ik begreep dat, want ja Freek de Jonge, weet je wel, toen ging ik toch nog niet weg want ik wilde nog even napraten met de aardige mensen van het Vondelpark Openluchttheater en toen ging ik dus toch ècht ècht weg en ik liep naar m’n fiets die bij zijn kleedkamer stond en toen trok Freek net z’n zomerskostuum aan wat paasgeel was en toen zei hij: ‘Hé ben je nou nog niet weg’ en toen zei ik, ‘Néé, maar ik ga nu wel, maar ik zou best willen blijven maar ik heb morgen een belangrijke dag, dus daar wil ik even rustig voor thuis zijn’ en toen zei Freek weer, ‘Maar ik speel maar heel kort’, maar ik wilde echt gaan maar toen kon ik dus geen nee zeggen, want ja Freek de Jonge, weet je wel, en toen zei ik, ‘Okay, ik blijf’ en toen moest ik blijven en ik bleef en stond heel dicht bij het podium en toen kwam hij op en hij heette het publiek welkom en toen draaide hij opeens naar mij en keek me lang aan terwijl hij bleef doorpraten en ik keek nog achterom want ik dacht nog ‘misschien praat hij wel tegen iemand anders’ maar dat was niet zo, nou ja hij sprak tegen iedereen maar keek mij lang, heel lang aan of kwam dat omdat ik een foto aan het maken was van hem en met een snelle beweging alsof hij kauwgum vanonder zijn blauw suède schoen trok maakte hij zijn blik los van de mijne, heel plotseling en daarna ging hij zijn liedjes zingen over oud worden en dat zijn carrière bijna klaar is en toen zong hij een lied van Frank Sinatra en ik vond het niet heel erg mooi maar ja, toch was het ook weer wel mooi, want ja Freek de Jonge weet je wel, en bij de techniek zat zijn vrouw Hella en ze lachte heel lief dat kon ik zelfs vanaf mijn plek heel goed zien en toen ben ik na zijn tweede liedje stilletjes weer naar achteren gegaan langs zijn kleedkamer waar een lege hanger hing waar zijn kostuum over had gehangen en over de stoel hing een ander zomers jasje, het jasje waarmee hij was aangekomen en zijn hamburger in had gegeten en mijn fiets stond bij zijn kleedkamer en toen ben ik met de fiets aan de hand uit zijn zicht langs het podium gelopen want je gaat niet zomaar bij zijn tweede liedje weg en al helemaal niet als hij je gevraagd heeft om te blijven want ja, Freek de Jonge weet je wel, en hij je dan ook nog bij zijn openingswoord lang heeft aangekeken al helemaal niet en toen ben ik dus met mijn fiets aan de hand en m’n gele tas met muziek in m’n fietsbak op mijn tenen sluipend weggegaan totdat ik ver genoeg uit het zicht was en toen ik ver genoeg was ben ik op m’n fiets gestapt en door het stille park in de avondzon naar huis gefietst terwijl ik hem in de verte nog hoorde zingen.

Het was een fijne dag vandaag.