1 minuut met jou

Weekend begint voor mij meestal pas op zondag,

Kijken naar Vrije geluiden en Vpro Boeken.
In één keer ben ik dan bijgepraat over nieuwe muziek en hoor ik waar schrijvers hun inspiratie vandaan halen.

Dingen waar ik veel van hou, muziek, literatuur, inspiratie, passie.

Gesprekken los van de waan van de dag, de hete adem van het halen van het nieuws of het gemakkelijk door een redactie van Facebook gehaalde items.
Dat wat ik namelijk door mijn fijne selectie aan vrienden geposte en geretweete berichten op mijn tijdlijn voorbij zie komen blijkt gewoon voer voor redacteuren te zijn, die niet eens meer zoeken naar een spannende invalshoek maar het door jullie zorgvuldig gezochte materiaal want zo zijn wij, ja, ja  zo zijn wij, gewoon copy-pasten, om het vervolgens aan ons te verkopen als nieuwe informatie. De zogenaamde vinger aan de pols.
En wij copy-pasten het de volgende dag weer op onze tijdlijn en zijn daarmee allemaal weer enorm uniek. Een kwetterende gordiaanse knoop van oorzaak en gevolg.
(Zelf probeer ik zo min mogelijk dezelfde filmpjes te posten. Ik ‘like’ me gek daar niet van. Het raakt me ook in mijn gevoel van saamhorigheid. Het is sterker dan ik. Ik hoor er toch ook bij.)

Daarom kijk ik ook bijna geen dagelijkse talkshows meer.
Dezelfde koppen met dezelfde wijd opengesperde muilen met dezelfde meningen met de saus van spraakmakendheid. Met heel soms een echt waarachtige boodschap van een oud minister of een nieuwe gast die net wat anders zegt en voor je het weet of niet meer terug aan tafel komt of hetzelfde liedje maar mee begint te blaten.
Maar goed, ik dwaal af.
Er zijn genoeg weldenkenden onder jullie die dat allemaal veel beter verwoord hebben dan ik. Ik zie het wel weer voorbij komen t.z.t. op m’n tijdlijn.
Mijn liefde voor waarachtigheid daar wilde ik het over hebben
Heel soms val ik, op zaterdagochtend, zeker als ik de nacht ervoor het laat heb gemaakt, presentatie of dj werk, in het programma van Sterren.nl
Hollandse hits, meezingers en gevoelige nummers. Ik hou er van. Echt.
Ik zie dan Wolter Kroes Charles Aznavour zingen in het Nederlands, in een outfit alsof hij een onderdeel van The Rat Pack is.
Frans Duijts zie ik voorbij komen die zijn eerste voorzichtige schreden als presentator van het programma maakt in een bordkartonnen decor dat een kroeg moet voorstellen. Het logo van het programma op de tapkraan zonder bier, de spoelbak is leeg.
Het is zaterdag, Ik geniet.
Ik zie een zanger van middelbare leeftijd met duidelijk net extra zwart aangezet haar, een jonge bevallige vrouw in strakke spijkerbroek in de rondte draaien, spelend dat ze verliefd zijn, zoenen doen ze niet, vind ik gek, maar goed.
Ik geniet.
Kijk naar z’n rimpels onder dat onnatuurlijk zwarte haar.
Vinzzent met dubbel ZZ heet hij, onthoud die naam, daarom heeft hij ook een dubbele z erin laten opnemen.
Zijn moeder zal hem wel niet zo genoemd hebben. Roept ook niet lekker als je de jonge Vinzzent voor het eten moet roepen.
Blijft zo loom hangen dan. Komt ie nooit aan tafel. Wordt het karbonaadje taai.
Ik zie Gordon, eeuwig Gordon, er echt goed uit zien, de jaren en het gieren van het lachen hebben hem goed gedaan, mooie doorleefde kop heeft ie gekregen, hij staat met de arme wijd op een plein in Venetie, ook hier weer dat rondtollen om zijn as. Ik geniet,
‘Lekker tollen’, denk ik dan. ‘Tuurlijk , dat voel je als je net als hij gegrepen bent door de liefde.’
De camera tolt voor een nog dramatischer effect in tegenovergestelde beweging om hem heen.
Het gevoel van geen grip op het leven hebben jakkert de kamer binnen. Ik voel mee.
Ik geniet.

Dan zit hij in een gondel, een roos drijft in het water voorbij, ‘Hou van jou’ zingt hij en doet zijn armen nog maar eens wijd. Echt, ik geniet. Met volle teugen.

Een zanger die Bever, John Bever,  heet, kijkt mij aan alsof hij net in het Dierenbosse café Het Praathuis, Frans Duijts, als Bor de Wolf, achter de tap, zijn nijptang of zijn combinatietang niet kon vinden, maar in plaats daarvan een Walther PPK met geluiddemper in zijn gereedschapskist vindt, terwijl hij ‘Het kleine cafe’ van vader Abraham van een stevige house beat voorziet.
Een man met een trekzak beweegt zijn vingers verrassend soepel boven de toetsen en schudt schokkend mee op de pompende beat.
De snelle vingers, de hit van vader Abraham, wat gewoon al een ijstersterk nummer was, geen beat nodig, maar goed, desondanks, ik geniet van zanger Bever, John Bever, ook hier weer een smoking, met zijn toegeknepen waterogen.
Prima muziek, echt, begrijp me niet verkeerd.
Het ene iets beter dan de ander, voor ieder moment een eigen nummer, ik geniet, maar ik dacht bij alle artiesten: waarom toch zoveel gebaren, waarom toch dat tollen, waarom dat amechtig kijken in de camera, dat wijzen, die knipoog, die lach met schuine mondhoek, dat hoofdknikje net weg van de beat, die armen wijd alsof je de Heiland zelve bent?
Ze zingen goed, hebben mooie stemmen, zien er goed verzorgd uit, doen echt hun best. Maar waarom dat over de top acteren van waarachtigheid? Waarom niet gewoon stil staan en een lied zingen?
En in godsnaam Wolter Kroes, laat je stylist, eerst je vlinderdas strikken en haal het dán los, die kreukels dáár gaat het om, en laat het dan nonchalant over je boord vallen, bovenste knoopje los, want dát was wat Frank Sinatra en Dean Martin lieten zien, een zanger die moe gestreden, geslagen door het leven, nog eentje voor zijn liefje en eentje voor onderweg nam. Decorum deed er niet meer toe, dasje los, de tent is leeg, u wordt bedankt voor weer een avond gezelligheid.
En hou, nu ik het er toch over heb, niet je handen boven een denkbeeldige lijn van je schouders terwijl je met je vingers knipt,
omdat je niet weet waar je ze moet laten.
Je bent Ricky Bobby uit Talladega Nights niet. Dat was, een rol van Will Ferell, een komiek, die deed dat voor de grap.
Er is je toch wel verteld dat het een mediumshot is en geen close up. Doe die handen naar beneden en laat me horen wat je te vertellen hebt, dan wordt het pas echt ‘Formidabel’

Toen ik bijna overspannen, het zal de doorwaakte nacht wel zijn geweest dat ik me zo opwond, de tv naar een pareltje van de commerciëlen wilde overzetten. Iets met vakantiehuizen, kerstmarkten, wintersportparadijzen en cyclonische kolken van op 700 toeren ronddraaiende messen van een miniblender, was daar opeens, Jan Smit.

Hij op een kruk, live band achter hem, beelden van zijn overleden goede vriend en manager Jaap Buys op een groot scherm.
Hij zingt ‘1 minuut met jou’.
Simpel, mooi, zuiver.
Langzaam hoor je zijn stem breken, tranen wellen in zijn ogen, hij zingt dapper door, het publiek breekt, ik breek mee, maar hij zingt sterk door, mooi bij stem, een klein krasje extra.
Het licht gaat uit en in de fade out zie je hem even de tranen wegvegen.
Klaar.
Echt.
Prachtig.

Ik geniet.
Maar echt.

Dít deel ik met jullie.
Laat het copy-pasten maar beginnen.