Weekend begint voor mij meestal pas op zondag,
Kijken naar Vrije geluiden en Vpro Boeken.
In één keer ben ik dan bijgepraat over nieuwe muziek en hoor ik waar schrijvers hun inspiratie vandaan halen.
Dingen waar ik veel van hou, muziek, literatuur, inspiratie, passie.
Gesprekken los van de waan van de dag, de hete adem van het halen van het nieuws of het gemakkelijk door een redactie van Facebook gehaalde items.
Dat wat ik namelijk door mijn fijne selectie aan vrienden geposte en geretweete berichten op mijn tijdlijn voorbij zie komen blijkt gewoon voer voor redacteuren te zijn, die niet eens meer zoeken naar een spannende invalshoek maar het door jullie zorgvuldig gezochte materiaal want zo zijn wij, ja, ja zo zijn wij, gewoon copy-pasten, om het vervolgens aan ons te verkopen als nieuwe informatie. De zogenaamde vinger aan de pols.
En wij copy-pasten het de volgende dag weer op onze tijdlijn en zijn daarmee allemaal weer enorm uniek. Een kwetterende gordiaanse knoop van oorzaak en gevolg.
(Zelf probeer ik zo min mogelijk dezelfde filmpjes te posten. Ik ‘like’ me gek daar niet van. Het raakt me ook in mijn gevoel van saamhorigheid. Het is sterker dan ik. Ik hoor er toch ook bij.)
Dezelfde koppen met dezelfde wijd opengesperde muilen met dezelfde meningen met de saus van spraakmakendheid. Met heel soms een echt waarachtige boodschap van een oud minister of een nieuwe gast die net wat anders zegt en voor je het weet of niet meer terug aan tafel komt of hetzelfde liedje maar mee begint te blaten.
Er zijn genoeg weldenkenden onder jullie die dat allemaal veel beter verwoord hebben dan ik. Ik zie het wel weer voorbij komen t.z.t. op m’n tijdlijn.
Frans Duijts zie ik voorbij komen die zijn eerste voorzichtige schreden als presentator van het programma maakt in een bordkartonnen decor dat een kroeg moet voorstellen. Het logo van het programma op de tapkraan zonder bier, de spoelbak is leeg.
Het is zaterdag, Ik geniet.
Ik geniet.
Blijft zo loom hangen dan. Komt ie nooit aan tafel. Wordt het karbonaadje taai.
Ik geniet.
Dan zit hij in een gondel, een roos drijft in het water voorbij, ‘Hou van jou’ zingt hij en doet zijn armen nog maar eens wijd. Echt, ik geniet. Met volle teugen.
Een man met een trekzak beweegt zijn vingers verrassend soepel boven de toetsen en schudt schokkend mee op de pompende beat.
En in godsnaam Wolter Kroes, laat je stylist, eerst je vlinderdas strikken en haal het dán los, die kreukels dáár gaat het om, en laat het dan nonchalant over je boord vallen, bovenste knoopje los, want dát was wat Frank Sinatra en Dean Martin lieten zien, een zanger die moe gestreden, geslagen door het leven, nog eentje voor zijn liefje en eentje voor onderweg nam. Decorum deed er niet meer toe, dasje los, de tent is leeg, u wordt bedankt voor weer een avond gezelligheid.
Toen ik bijna overspannen, het zal de doorwaakte nacht wel zijn geweest dat ik me zo opwond, de tv naar een pareltje van de commerciëlen wilde overzetten. Iets met vakantiehuizen, kerstmarkten, wintersportparadijzen en cyclonische kolken van op 700 toeren ronddraaiende messen van een miniblender, was daar opeens, Jan Smit.
Hij zingt ‘1 minuut met jou’.
Simpel, mooi, zuiver.
Het licht gaat uit en in de fade out zie je hem even de tranen wegvegen.
Ik geniet.
Maar echt.